Dag moderne wereld: schuinschrift nog altijd beter dan typen

Het is iedereen weleens opgevallen: de mensen schreven vroeger zo mooi. Nette, schuine letters met lange lussen en sierlijke frutsels. Tegenwoordig wordt alles getypt. Het is zelfs zo erg dat een groot percentage van de kinderen (vooral jongens) beweert zijn/haar handgeschreven teksten niet terug te kunnen lezen.

Een van de eerste dingen die kinderen vroeger kregen aangeleerd was hoe je het alfabet schrijft in hoofdletters, kleine letters daarna hoe je woorden netjes schreef, hele zinnen, paragrafen en vervolgens verslagen. Sommigen kregen les in hoe je je handschrift nog netter kreeg. Maar waarom zouden we dat vandaag nog nodig hebben?  Alles wordt per slot van rekening getypt. Er wordt nu les gegeven in typen. Typcursussen – zoek maar op, het wordt her en der aangeboden.

Het schuinschrift wordt al bijna niet meer aangeleerd, op sommige scholen is het zelfs helemaal verbannen.

 

Natuurlijk wordt er, zoals altijd in dit leven, een studie gemaakt van alles dat twijfelachtig bevonden wordt door experts, op z’n minst alarmerend voor doorsnee mensen of ook maar besproken wordt in de media. Van alles wordt een studie gemaakt: zo ook hiervan.

Onderzoekers hebben ontdekt dat schuinschrift leren schrijven een belangrijk instrument is voor de cognitieve ontwikkeling. Voornamelijk het trainen van het brein om ‘functionele specialisatie’ te leren. Dat wil zeggen dat we de optimale efficiëntie kunnen putten uit een capaciteit. Bij het leren van schuinschrift stimuleert het brein de bewegingscontrole en het denkvermogen. Verschillende delen van het brein worden geactiveerd tijdens het leren van pseudo-letters (letters die hoofdletter-ongevoelig zijn) binnen het schuinschrift. Dit allemaal in tegenstelling tot typen of visuele oefeningen.

Bij het net schrijven van schuinschrift moet er worden nagedacht over de motoriek van de vingers en de controle die je hebt over je schrijfgerei. Het vraagt aandacht en zorg en je moet het onder de knie krijgen – dit vereist oefening.

Op een universiteit in Indiana hadden onderzoekers brainscans gedaan op kleine ‘pre-geletterde’ 5-jarigen, voor én na het ontvangen van verschillende instructies om het alfabet te leren.

Bij kinderen die hadden geoefend op zelf-gegenereerde handschriften was de neurale activiteit veel groter, verder ontwikkeld en volwassener dan bij de kinderen die simpelweg naar letters hadden gekeken – want meer doe je niet tijdens het typen. De gebieden binnen het brein die geactiveerd worden tijdens het lezen waren veel aanweziger bij het schrijven met de hand dan bij het typen – bij het typen werden deze gebieden zelfs bijna niet gebruikt.

 

Schuinschrift is, vergeleken met typen, nog bevorderlijker omdat de bewegingsopdrachten meer vereisen dan bij het typen. De letters zijn minder stereotyperend en de vereiste visuele herkenning creëert een breder repertoir aan letter-representatie – dit is goed voor creativiteit. Schuinschrift zorgt er ook sneller voor dat studenten gemotiveerd worden om een eigen visie te ontwikkelen en een bepaald gevoel van eigendomschap krijgen, een zelfverzekerder gevoel als individu, wat goed is voor het creëren van een persoonlijke stijl.

Daarnaast is ook nog aangetoond dat kinderen die vaker met de hand schreven dan iets typten, het makkelijker vonden zich met de juiste woorden uit te drukken en dat zij creatiever en origineler waren met het samenstellen van zinnen en de opbouw van het verhaal.

Dat zijn een hoop voordelen ten opzichte van wat wij in de moderne wereld normaal achtten. Het is nog altijd beter om kinderen op te laten groeien met pen en papier dan met iPad – dit is de stelling van mij, een meisje uit de generatie Toetsenbord. Ik heb op de basisschool les gehad in schuinschrift, maar het had van mij nog wel iets meer gemogen. En wat mij betreft kan het terugkomen ook – het mag in ieder geval niet worden verbannen.

Anders kunnen we net zo goed meteen een pasgeboren baby een mobiel geven, want dat is wel een beetje de toekomst waar we – onwetend of niet? – op afstevenen.